Aanbod tot afkoop non-concurrentiebeding komt werkgever duur te staan!
In een recente kwestie bij Hof Arnhem-Leeuwarden hield een werkgever zijn ex-werknemer aan diens non-concurrentiebeding. Nadat de werknemer zijn arbeidsovereenkomst had opgezegd, bood de werkgever hem aan zijn non-concurrentiebeding af te kopen. De werknemer sloeg dit aanbod af en verzocht de rechter het beding te vernietigen. Het aanbod tot afkoop kwam de werkgever duur te staan; volgens de rechter ontkracht een dergelijk aanbod het belang van de werkgever bij handhaving van een non-concurrentiebeding (Hof Arnhem-Leeuwarden 31 oktober 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:9210.).
Kantonrechter vernietigt non-concurrentiebeding
De werknemer was als monteur vervangingsmiddelen werkzaam bij een brandbeveiligingsbedrijf. Zijn arbeidsovereenkomst bevatte een non-concurrentiebeding. Na tien jaar zegde de werknemer zijn baan op om als monteur blusmiddelen in dienst te treden bij een ander brandbeveiligingsbedrijf.
Na de opzegging deed de werkgever de werknemer een aanbod tot afkoop van het non-concurrentiebeding. Toen werknemer dat aanbod werknemer afsloeg, verbood de werkgever hem bij de concurrent in dienst te treden en verzocht hem te bevestigen daarvan af te zien op straffe van verbeurte van de contractuele boetes.
Op verzoek van de werknemer vernietigt de kantonrechter het non-concurrentiebeding. De werkgever gaat in beroep.
Hof
Het hof maakt een belangenafweging tussen het belang van de werknemer bij een vrije arbeidskeuze en het belang van de werkgever zijn bedrijfsdebiet te beschermen. Het hof oordeelt dat de functie van monteur vervangingsmiddelen geen commerciële functie is en de werkgever onvoldoende heeft gesteld dat hij door de overstap van de werknemer extra risico loopt bovenop de normale markconcurrentie.
Daar komt bij dat het aanbod tot afkoop van het non-concurrentiebeding volgens het hof een aanwijzing is dat het de werkgever niet zozeer gaat om voorkoming van onrechtmatige concurrentie maar om verkrijging van een vergoeding van zijn werknemers bij opzegging. Een dergelijk aanbod ontkracht het belang van de werkgever het non-concurrentiebeding te handhaven en strookt ook niet met het uitgangspunt van het recht op vrije arbeidskeuze van de werknemer, aldus het hof.
De belangenafweging valt ten gunste van de werknemer uit en het hof bevestigt de vernietiging van het non-concurrentiebeding.
Conclusie
Werkgevers opgelet! Het doen van een aanbod tot afkoop van een non-concurrentiebeding wordt meegenomen in de afweging van de rechter bij een vordering tot vernietiging of handhaving van een non-concurrentiebeding. Zo’n beding is namelijk niet bedoeld om werknemers te beletten hun arbeidsovereenkomst op te zeggen of de werkgever te verrijken maar bedoeld ter bescherming van het bedrijfsdebiet – goodwill en knowhow – van de werkgever.