Wet flexibel werken – hoe flexibel moet u als werkgever zijn?

Op 1 januari 2016 is de Wet flexibel werken in werking getreden. Zoals de naam al doet vermoeden, is het doel van deze wet om de mogelijkheden tot flexibel werken te bevorderen. De wet biedt werknemers de mogelijkheid een verzoek in te dienen bij de werkgever tot wijziging van hun werktijd of arbeidsplaats.

De werknemer die het verzoek indient moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Hij dient minimaal een half jaar in dienst te zijn en mag  slechts één keer per jaar een dergelijk verzoek doen.

Maar moet de werkgever dan te allen tijde een dergelijk verzoek van zijn werknemer honoreren?

Het recht voor de werknemer om een verzoek te doen, betekent daarnaast niet automatisch dat de werkgever verplicht is daaraan gehoor te geven. Zo mag de werkgever een verzoek tot aanpassing van arbeidsduur (meer of minder uren werken) of werktijden afwijzen op grond van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Daarvan kan bijvoorbeeld sprake zijn als een werknemer verzoekt te mogen werken buiten de normale kantoortijden en dit erg bezwaarlijk is voor de bedrijfsvoering van de werkgever.

Voor een verzoek om aanpassing van de arbeidsplaats geldt de (zware) toets van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen niet. Wel dient de werkgever het verzoek serieus in overweging te nemen en daarover in overleg te gaan met de werknemer.

Het blijft voorts mogelijk om een goedgekeurde aanpassing van arbeidstijd en/of arbeidsplaats te herzien, indien het bedrijfs- of dienstbelang van de werkgever dat vergt.

De werkgever doet er verstandig aan om tijdig, uiterlijk één maand voor de beoogde ingangsdatum, schriftelijk te reageren op het verzoek van de werknemer en in geval van afwijzing zijn besluit deugdelijk te motiveren.