Wederindiensttredingsvoorwaarde van artikel 7:681 BW

orange-corner-2-001

wederindiensttredings voorwaarde

In artikel 7:681 lid 1 onderdeel d BW is de zogenaamde wederindiensttredingsvoorwaarde opgenomen. Op grond van deze voorwaarde dient een werkgever (niet zijnde een uitzendonderneming) die binnen 26 weken na opzegging van een dienstverband wegens bedrijfseconomische redenen dezelfde werkzaamheden als die van de ontslagen werknemer door een ander wil laten verrichten, deze werkzaamheden eerst aan te bieden aan de ontslagen werknemer.

Als de (voormalig) werkgever de wederindiensttredingsvoorwaarde schendt, dan kan de (voormalig) werknemer de kantonrechter verzoeken de opzegging te vernietigen of aan hem een billijke vergoeding toe te kennen. Dit verzoek dient (op grond van artikel 7:686a lid 4 onderdeel c BW) te worden gedaan binnen twee maanden na de dag waarop de (voormalig) werknemer op de hoogte is of redelijkerwijs op de hoogte had kunnen zijn van de situatie. In ieder geval vervalt de mogelijkheid om een beroep te doen op de wederindiensttredingsvoorwaarde twee maanden na afloop van de 26 weken-periode.

Vernietiging heeft terugwerkende kracht. Dit heeft tot gevolg dat, indien de kantonrechter de opzegging vernietigt, de werknemer al die tijd bij de werkgever in dienst is gebleven. De werkgever dient dan met terugwerkende kracht het loon van de werknemer te betalen.

 

artikel 7:681 BW

  1. De kantonrechter kan op verzoek van de werknemer de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever vernietigen, of op zijn verzoek aan hem ten laste van de werkgever een billijke vergoeding toekennen, indien:
    a. de werkgever heeft opgezegd in strijd met artikel 671;
    b. de werkgever heeft opgezegd in strijd met artikel 670, een naar aard en strekking vergelijkbaar opzegverbod in een ander wettelijk voorschrift;
    c. de werkgever heeft opgezegd in strijd met artikel 646, 648 of 649 of met enig ander verbod op onderscheid of in verband met de omstandigheid dat de werknemer in of buiten rechte een beroep heeft gedaan op artikel 646, 648 of 649 of op enig ander verbod op onderscheid of ter zake bijstand heeft verleend;
    d. de werkgever, niet zijnde een werkgever als bedoeld in artikel 690, binnen 26 weken na een opzegging op grond van artikel 669, lid 3, onderdeel a, dezelfde werkzaamheden als die welke de werknemer verrichtte voordat de arbeidsovereenkomst werd opgezegd door een ander laat verrichten en hij de voormalige werknemer niet in de gelegenheid heeft gesteld zijn vroegere werkzaamheden op de bij de werkgever gebruikelijke voorwaarden te hervatten;
    e. de werkgever, bedoeld in artikel 690, verzuimt om, indien binnen 26 weken na een opzegging op grond van artikel 669, lid 3, onderdeel a, een vacature ontstaat voor dezelfde of vergelijkbare werkzaamheden als die welke de werknemer verrichtte voordat de arbeidsovereenkomst werd opgezegd, de voormalige werknemer in de gelegenheid te stellen als kandidaat voor de terbeschikkingstelling bij de derde, bedoeld in artikel 690, te worden voorgedragen.
  2. Elk beding waarbij de bevoegdheid, bedoeld in lid 1, wordt uitgesloten of beperkt, is nietig.

Juridisch advies nodig?

Kom in contact met een van onze arbeidsrecht advocaten of mediators. 

orange-corner-2-004

Over de auteur

CLINT | Littler

+31 20 8200 330

info@clintlittler.com

Laatste nieuws

Wil je op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen? Bekijk alle artikelen op onze blog.

Plan een adviesgesprek.

orange-corner-2-002
orange-round-corner-2-002

Een second opinion nodig? Of sparren over een casus? Kom in contact met een van onze arbeidsrecht advocaten of mediators.