Rokjesdag
Baliemedewerkers van stadsdeel Nieuw-West van de gemeente Amsterdam ontvingen onlangs een interne mail van hun manager waarin stond dat ze op het werk geen korte rokjes en knielaarzen meer mogen dragen. Bij herhaling zouden de medewerkers naar huis worden gestuurd. Kennelijk was de gemeente zelf ook niet zeker van haar zaak want het ‘rokjesverbod’ is de volgende dag alweer ingetrokken.
Geschillen met betrekking tot kledingvoorschriften op de werkvloer komen geregeld voor; zo passeerden een KLM-stewardess met kaal hoofd, een docent geschiedenis met lippiercing, een kleuterjuf onder de tatoeages en een bibliotheekmedewerkster met boerka, de afgelopen jaren de revue.
Hoe zit het ook alweer?
Op grond van haar instructiebevoegdheid mag de werkgever kledingvoorschriften opleggen waaraan werknemers zich moeten houden. Echter dit is niet onbegrensd. De werkgever moet een redelijk belang hebben bij de voorschriften. Denk daarbij aan veiligheid, representativiteit en het beschermen van de persoonlijke levenssfeer, gelijke behandeling en vrijheid van godsdienst van de werknemer. In geval van conflicten zal de rechter moeten bepalen of het belang van de werkgever bij het kledingvoorschrift de inbreuk op een grondrecht van de werknemer rechtvaardigt.
Werkgevers doen er verstandig aan schriftelijke kledingvoorschriften op te stellen en deze onderdeel te maken van de arbeidsvoorwaarden van de werknemers. Opname in een personeelshandboek is daarvoor een geschikte methode. Zo zijn werknemers op de hoogte van de voorschriften en voorkom je discussies achteraf.
Juridisch advies nodig?
Kom in contact met een van onze arbeidsrecht advocaten of mediators.
