Grote vennootschappen
De Wet ingroeiquotum en streefcijfers gaat gelden voor beursgenoteerde vennootschappen en zogenaamde ‘grote’ vennootschappen. Dat zijn vennootschappen waarvan de jaarrekening op twee opeenvolgende balansdata voldoet aan ten minste twee van de volgende criteria:
- de waarde van de activa bedraagt meer dan € 20 miljoen;
- de netto-omzet is meer dan € 40 miljoen; en
- het gemiddeld aantal werknemers is 250 of meer.
Vrouwenquotum
Voor beursgenoteerde bedrijven gaat een ingroeiquotum, ook wel ‘vrouwenquotum’ genoemd, gelden voor de samenstelling van de raad van commissarissen (“RvC”). Dit quotum verplicht beursvennootschappen bij RvC-benoemingen ervoor te zorgen dat ten minste een derde van de RvC-leden man, en ten minste een derde vrouw, is. Zolang dit quotum niet is bereikt, kan een persoon wiens benoeming de man-vrouwverhouding niet evenwichtiger zou maken, niet worden benoemd. De benoeming is dan nietig en de vacature blijft onvervuld.
Indien het aantal RvC-leden niet door drie deelbaar is, wordt het naastgelegen hogere getal dat wel door drie deelbaar is in aanmerking genomen voor de vaststelling van de man-vrouwverhouding.
Juridische uitdaging of HR vraagstuk?
CLINT | Littler zorgt voor heldere oplossingen. Kom in contact met een van onze arbeidsrecht advocaten of mediators.
Streefcijfers
Ook verplicht de Wet ingroeiquotum en streefcijfers alle grote vennootschappen “passende en ambitieuze doelen in de vorm van een streefcijfer” vast te stellen om de man-vrouwverhouding in het bestuur, de RvC en hogere leidinggevende functies, evenwichtiger te maken. Bestaan bestuur en RvC uit één persoon, dan kan de vennootschap een streefcijfer vaststellen voor beide organen gezamenlijk. Deze doelen dient de vennootschap vast te leggen in een plan van aanpak.
Jaarlijks binnen tien maanden na afloop van het boekjaar, dient de vennootschap aan de SER te rapporteren over (i) het aantal mannen en vrouwen dat aan het eind van het boekjaar deel uitmaakt van bestuur, RvC en hogere functies; (ii) de streefcijfers; en (iii) het plan van aanpak. Mocht één of meer doelen niet zijn bereikt, dan dient de vennootschap de redenen daarvoor op te geven.
Enquête Sociaal-Economische Raad
De Sociaal-Economische Raad (SER) heeft recent een enquête uitgevoerd onder de ruim 5.000 grootste vennootschappen en circa 100 beursgenoten bedrijven die aan de Wet ingroeiquotum en streefcijfers moeten voldoen. Uit deze enquête blijkt dat 80% van de bedrijven wel op de hoogte is van het vrouwenquotum voor de RvC, maar met de bekendheid met de streefcijfers verplichting is het minder gesteld: slechts ongeveer de helft van de vennootschappen is hiermee bekend en als gevolg daarvan is nog niet één op de vijf vennootschappen begonnen met de voorbereidingen.
De SER gaat bedrijven ondersteunen bij het realiseren van hun diversiteitsplannen en streefcijfers uit de Wet ingroeiquotum en streefcijfers. “Er staat een database klaar vol met vrouwen met bestuurservaring. De SER bouwt aan een diversiteitsportaal, een website waar de streefcijfers en plannen van aanpak van bedrijven zichtbaar zijn voor iedereen en waar kennis wordt gedeeld en tools beschikbaar zijn voor de realisatie van meer diversiteit.”, aldus SER-voorzitter Mariëtte Hamer.
Juridisch advies nodig?
Kom in contact met een van onze arbeidsrecht advocaten of mediators.
Jaarlijkse publicatie
De SER zal de gerapporteerde gegevens per bedrijf namelijk jaarlijks op een vast tijdstip publiceren. Nu diversiteit en inclusie een steeds prominentere rol speelt binnen het bedrijfsleven, en ook (potentiële) klanten en sollicitanten dit laten meewegen in hun keuze voor een bedrijf, doen beursvennootschappen en grote vennootschappen er goed aan het vrouwenquotum en de streefcijfers op hun agenda te zetten.