Doelstelling wetsvoorstel
Doelststelling van het wetsvoorstel is het stimuleren van het gebruik van mediation als methode voor geschillenbeslechting. Dat moet worden bereikt door kwaliteitswaarborgen te scheppen en een drempel op te werpen voor toegang tot de rechter.
Kwaliteitskeurmerk
Er komt een register voor zogenaamde ‘beëdigd mediators’ dat als een kwaliteitskeurmerk fungeert. De kwaliteitsbevordering krijgt vorm op twee manieren; enerzijds komen uitsluitend mediators die voldoen aan opleidings- en ervaringseisen voor inschrijving in het register in aanmerking. Anderzijds komt er een Raad voor de tuchtrechtspraak beëdigd mediators (de ‘Raad’). Deze Raad is geen tandeloos gremium maar kan maatregelen opleggen aan beëdigd mediators die zich niet aan de spelregels houden. Als zwaarste maatregel kan de Raad een beëdigd mediator schrappen uit het register.
Het wetsvoorstel legt de beëdigd mediator een aantal verplichtingen op ter verdere waarborging van de kwaliteit. Zo is bijvoorbeeld voorzien in een geheimhoudingsplicht voor de mediator, dient de mediator te zorgen voor een eerlijk procesverloop en partijen in de gelegenheid te stellen om zich desgewenst te laten adviseren door deskundigen.
Daarnaast krijgen twee belangrijke pijlers van mediation, de mediationovereenkomst en de vertrouwelijkheid van het mediationproces, een wettelijke basis; doordat partijen een schriftelijke overeenkomst moeten sluiten, zullen zij zich beter bewust zijn van de gemaakte afspraken. De vertrouwelijkheid bevordert dat partijen vrijelijk durven te spreken tijdens de mediation. Ze hoeven niet bang te zijn dat de andere partij informatie die zij in de mediation hebben gedeeld, tegen hen gebruikt in een eventuele op de (mislukte) mediation volgende rechtszaak.
Juridisch advies nodig?
Kom in contact met een van onze arbeidsrecht advocaten of mediators.
Eerst mediation, dan rechtspraak?
Eerdere wetsvoorstellen voorzagen in verplichte mediation voorafgaand aan de gang naar de rechter. Dat uitgangspunt is verlaten. Wel zullen partijen voortaan in hun inleidende processtukken moeten aangeven of zij hebben geprobeerd om via mediation tot een oplossing voor hun geschil te komen. Indien dat niet het geval is moeten ze de reden daarvan vermelden. Als gevolg hiervan zullen partijen, voorafgaand aan een gerechtelijke procedure, moeten stilstaan bij de mogelijkheid van mediation.
Ik vind het een goede zaak dat de verplichtstelling van mediations in het wetsvoorstel is verlaten. Een dergelijke verplichtstelling staat namelijk haaks op één van de belangrijkste elementen van mediation, de vrijwilligheid. Mediation is een prachtig middel, dat veelal een goed, snel en voordelig alternatief vormt voor de ‘normale’ rechtsgang. Waar partijen in een gerechtelijke procedure zijn overgeleverd aan het oordeel van de rechter, zijn partijen bij een mediation zelf verantwoordelijk voor de oplossing van hun geschil. En omdat partijen zelf architect zijn van de oplossing, zijn zij doorgaans tevredener met de uitkomst.
Verplichtstelling van mediation zou de voordelen van de vrijwilligheid tenietdoen. Commitment kun je immers niet opleggen.
Na afloop van de internetconsultatie op 30 september 2016 zullen de bevindingen worden gerapporteerd. Indien daar aanleiding toe bestaat zal het wetsvoorstel worden aangepast.