Vóór 1 oktober 2016
Voor 1 oktober jl. had de OR van een onderneming wiens pensioen bij een ondernemingspensioenfonds was ondergebracht slechts instemmingsrecht ten aanzien van de vaststelling of intrekking van een pensioenovereenkomst. Dit betekende dat een pensioenregeling die door een ondernemingspensioenfonds werd uitgevoerd kon worden gewijzigd zonder instemming van de OR.
Ná 1 oktober 2016
Vanaf 1 oktober jl. heeft de OR er een aantal bevoegdheden bijgekregen. Zo is de instemming van de OR thans nodig bij ieder voorgenomen besluit van de onderneming tot vaststelling, wijziging of intrekking van een pensioenovereenkomst. Daarbij maakt het niet uit of de regeling wordt uitgevoerd door een verzekeraar, een Premiepensioeninstelling (PPI) of een (buitenlands) pensioenfonds. Een uitzondering hierop geldt als de regeling inhoudelijk is geregeld in een cao of als sprake is van verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds. Verder heeft de OR een instemmingsrecht over bepalingen uit de uitvoeringsovereenkomst die van invloed zijn op de pensioenovereenkomst en de keuze van de werkgever wanneer deze een wissel wil maken naar een andere pensioenuitvoerder (zowel binnen als buiten Nederland).
Ondanks het feit dat de onduidelijkheid over de reikwijdte van het instemmingsrecht nog steeds niet geheel is opgelost, zijn wij van mening dat met de aanpassing van het instemmingsrecht een stap in de goede richting is gezet om het gat van medezeggenschap ten aanzien van pensioen langzaamaan te dichten. Tenslotte zijn niet alleen werkgevers maar ook werknemers verantwoordelijk voor hun arbeidsvoorwaarde pensioen en is het van groot belang dat ook zij daar invloed op kunnen uitoefenen.
Juridisch advies nodig?
Kom in contact met een van onze arbeidsrecht advocaten of mediators.