Instemmingsrecht
Ondernemingsraden (OR) krijgen een instemmingsrecht om al dan niet akkoord te gaan met een voorgestelde wijziging van de in haar onderneming geldende pensioenregeling. Op deze wijze krijgen werknemers – via de OR – meer invloed op hun pensioenregeling.
Het instemmingsrecht geeft de OR een vetorecht voor bepaalde besluiten die de ondernemer wil nemen.
De WOR geeft een uitputtende lijst van besluiten waarvoor de ondernemer instemming moet krijgen van de OR. Op dit moment is enkel instemming van de OR benodigd voor de vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling met betrekking tot een pensioenverzekering. Niet voor de inhoudelijke wijziging van de pensioenregeling. Dat gaat veranderen; staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) Jetta Klijnsma heeft daartoe een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd voor het uitbreiden van het instemmingsrecht zodat voortaan ook de instemming van de OR nodig is voor de wijziging van een pensioenregeling. Daarbij maakt het niet uit of de pensioenuitvoerder een pensioenfonds is, een verzekeraar, een premie-pensioeninstelling of een buitenlandse uitvoerder. Klijnsma volgt daarmee in grote lijnen het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) over dit onderwerp.
De OR heeft geen instemmingsrecht indien reeds afspraken over de pensioenen zijn gemaakt in een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) en indien de pensioenovereenkomst is ondergebracht bij een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds.
De OR heeft aldus een instemmingsrecht over de arbeidsvoorwaardelijke aspecten van de pensioenregeling. Over de keuze van de pensioenuitvoerder heeft de OR dat echter niet. Daarvoor is de ondernemer verantwoordelijk. Let op: de OR heeft wél instemmingsrecht voor het verplaatsen van een pensioenregeling bij een pensioenuitvoerder in het buitenland, gelet op de impact daarvan voor de arbeidsvoorwaarde pensioen.
Juridisch advies nodig?
Kom in contact met een van onze arbeidsrecht advocaten of mediators.