Modelovereenkomst vrije vervanging
Tot voor kort bestond voor opdrachtgevers en zelfstandigen de volgende garantie: als zij gebruik maakten van een overeenkomst gebaseerd op vrije vervanging, kon geen sprake zijn van een dienstverband. Tussen hen bestond daardoor een overeenkomst van opdracht, geen arbeidsovereenkomst. Dit betekent dat de opdrachtgever geen loonheffingen hoeft in te houden.
Het concept van vrije vervanging houdt kort gezegd in dat het werk in kwestie niet nadrukkelijk door de opdrachtnemer zelf verricht hoeft te worden: hij of zij is vrij vervangbaar.
Op 14 augustus 2023 heeft de Belastingdienst bekendgemaakt dat de modelovereenkomsten vrije vervanging per 1 januari 2024 zijn ingetrokken. De reden hiervoor is de uitspraak van de Hoge Raad in het Deliveroo-arrest (van 24 maart 2023). De Hoge Raad oordeelde dat bij overeengekomen vrije vervanging wel degelijk een dienstverband kan bestaan, wanneer vervanging praktisch gezien nauwelijks plaatsvindt. De opdrachtnemer is dan “schijnzelfstandige”. Bovendien moeten alle omstandigheden van het geval worden meegewogen bij het bepalen of er sprake is van een arbeidsrelatie, niet slechts het al dan niet bestaan van de verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren.
Zowel de goedkeuring van algemene modelovereenkomsten als brancheovereenkomsten en individuele overeenkomsten gebaseerd op vrije vervanging zal worden ingetrokken. Ondanks de directe werking van het arrest, stelt de Belastingdienst de intrekking uit om opdrachtgevers en opdrachtnemers de kans te geven om – met het oog op de werkzaamheden in de praktijk – de aard van hun arbeidsrelatie te heroverwegen.
Wat zijn de praktische gevolgen van de intrekking van goedkeuring?
Iedereen die een modelovereenkomst vrije vervanging aan de Belastingdienst heeft voorgelegd en daar goedkeuring voor heeft gekregen, zal uiterlijk op 1 oktober 2023 een brief ontvangen. Personen en organisaties die gebruik maken van een modelovereenkomst die zij niet zelf hebben voorgelegd krijgen geen brief.
De Belastingdienst gaat door met het doen van bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken, die kunnen leiden tot aanwijzingen aan de opdrachtgever tot het aanpassen van de arbeidsrelatie wanneer sprake blijkt te zijn van een dienstverband. Echter, omdat het handhavingsmoratorium geldt tot 1 januari 2025, zullen geen correctieverplichtingen of naheffingsaanslagen opgelegd worden, tenzij sprake is van kwaadwillendheid. Hiervan is alleen sprake indien de opdrachtgever ‘opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan omdat hij weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking’. Er kan tevens gehandhaafd worden als gegeven aanwijzingen van de Belastingdienst niet of onvoldoende worden opgevolgd. Kortom, als de modelovereenkomst na 1 januari 2024 nog niet is aangepast, kan dat uiteindelijk leiden tot naheffingen op grond van kwaadwillendheid.
Ons advies
De situatie is dus dat de modelovereenkomst vrije vervanging van tafel gaat per 1 januari 2024 maar het handhavingsmoratorium geldt tot (tenminste) 1 januari 2025. Wat nu te doen?
Behalve de modelovereenkomst vrije vervanging bestaat ook de modelovereenkomst geen werkgeversgezag. Voorwaarde is het ontbreken van leiding en toezicht op de werkzaamheden van de opdrachtnemer. De opdrachtgever kan wel aanwijzingen en instructies geven omtrent het resultaat van de opdracht.
De mogelijkheid tot vrije vervanging impliceert meestal ook een behoorlijke mate van eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de opdrachtnemer. Dit type modelovereenkomst is geldig tot 1 juni 2026 en biedt een prima alternatief, zeker met het tot tenminste 1 januari 2025 geldende handhavingsmoratorium. Het alternatief van omzetting naar een arbeidsovereenkomst is voor velen minder aansprekend.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mag demissionair verder met haar plannen voor hervorming van de arbeidsmarkt, dus we kunnen per 1 januari 2025 daadwerkelijk nieuwe regels verwachten over werken onder gezag en de inhuur van zzp’ers.
Nadia Gandar / Dennis Veldhuizen
Read this blog post in English here