Bedenktermijn beëindigingsovereenkomst gaat lopen op moment van overeenstemming (niet op moment ondertekening)

orange-corner-2-001

Kantonrechter

De kantonrechter in Leiden heeft op 1 juni 2016 geoordeeld dat de bedenktermijn uit een beëindigingsovereenkomst gaat lopen op het moment dat overeenstemming is bereikt over de essentialia van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

De werkneemster stelde zich op het standpunt dat de bedenktijd pas inging op het moment dat partijen de beëindigingsovereenkomst hadden ondertekend. Dat zou volgen uit het schriftelijkheidsvereiste dat van toepassing is bij het sluiten van een beëindigingsovereenkomst. Daarmee sloot de werkneemster zich aan bij een recente uitspraak van de kantonrechter in Rotterdam, waarin deze oordeelde dat niet de schriftelijke overeenstemming per e-mail doorslaggevend is maar het moment van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst.

De kantonrechter in Leiden maakt daar korte metten mee. Volgens hem gaat het schriftelijkheidsvereiste niet zover dat de bedenktermijn pas gaat lopen op het moment van ondertekening. Als de wetgever een zo vergaande afwijking van het reguliere contractenrecht en het systeem van aanbod en aanvaarding zou hebben beoogd, dan zou dat wel in de wet of in ieder geval in de wetsgeschiedenis zijn genoemd. Volgens de kantonrechter heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het schriftelijkheidsvereiste ertoe dient om te waarborgen dat de werknemer de consequenties van een voor hem bezwarend beding goed heeft overwogen. De kantonrechter overweegt daarbij dat uit de jurisprudentie blijkt dat ook met mededelingen per WhatsApp en met akkoordverklaringen per e-mail voldaan kan worden aan het schriftelijkheidsvereiste.

In onderhavig geval werd de werkneemster bijgestaan door een gemachtigde en was er driftig onderhandeld en heen en weer gemaild over de voorwaarden van beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De werkneemster had derhalve de consequenties van de beëindiging van haar arbeidsovereenkomst voldoende overwogen, aldus de kantonrechter.

Naar onze mening kan niet uit deze uitspraak worden afgeleid dat elke wijze van instemming zonder meer de bedenktermijn zal doen aanvangen. Daarvoor is immers vereist dat de werknemer de gemaakte afspraken goed kent en doordrongen is van de consequenties daarvan.

Naar verwachting zal dit niet de laatste uitspraak zijn over dit onderwerp. Wij houden u op de hoogte.

Juridisch advies nodig?

Kom in contact met een van onze arbeidsrecht advocaten of mediators. 

orange-corner-2-004

Over de auteur

Eric van Dam

+31 (0)6 101 72 222

evd@clintlittler.com

Laatste nieuws

Wil je op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen? Bekijk alle artikelen op onze blog.

Plan een adviesgesprek.

orange-corner-2-002
orange-round-corner-2-002

Een second opinion nodig? Of sparren over een casus? Kom in contact met een van onze arbeidsrecht advocaten of mediators.