Wat speelde er?
Werkneemster was van 1 december 2014 tot 1 februari 2017 in dienst als Executive Assistent. Op 30 november 2016 nam zij ontslag per 31 januari 2017. Nog voor haar uitdiensttreding meldde zij zich ziek om vervolgens, per 1 februari 2017, in dienst te treden bij een nieuwe werkgever. Op 15 maart 2017 verzocht zij haar voormalig werkgever, onder meer, om uitbetaling van gemaakte overuren en stelde hem aansprakelijk voor schade als gevolg van haar gezondheidsklachten. De werkgever weigerde aan dit verzoek te voldoen, waarop de werkneemster een procedure heeft startte.
Werkneemster stelt in de procedure bij de kantonrechter dat de targets bij de werkgever zo hoog liggen dat je als werknemer wel moet overwerken om die targets te kunnen halen. Vanwege de enorm hoge werkdruk en veeleisende sfeer voelde zij zich genoodzaakt zich eind 2016 ziek te melden en ontslag te nemen. Als gevolg van de hoge werkdruk zou zij een miskraam, ernstige nek- en schouderklachten en een burn-out hebben gekregen en nog steeds arbeidsongeschikt zijn, aldus werkneemster. Zij vordert een verklaring voor recht dat haar voormalig werkgever:
- haar wegens structureel en substantieel overwerk ongeveer € 95.000 bruto aan loon is verschuldigd is; en
- aansprakelijk is voor door haar geleden materiële en immateriële schade als gevolg van gezondheidsklachten, met veroordeling tot betaling van schadevergoeding.
Kantonrechter
Geen vergoeding overuren
De kantonrechter oordeelt dat niet is gebleken dat de werkgever expliciet opdracht tot het gestelde overwerk heeft gegeven. Ook van een impliciete opdracht was geen sprake. De kantonrechter concludeert dat het op de weg van werkneemster had gelegen haar werk beter in te delen en overwerk te voorkomen. Gelet op haar positie mocht dit van haar worden verwacht.
Indien structureel overwerk niet voorkomen had kunnen worden, dan had het op de weg van de werkneemster gelegen dit nadrukkelijk en tijdig met haar werkgever te bespreken, aldus de kantonrechter.
Geen aansprakelijkheid voormalig werkgever
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft werkneemster niet voldoende onderbouwd dat haar lichamelijke en psychische klachten het gevolg zijn van haar werk. Bovendien heeft werkneemster niet aannemelijk gemaakt dat de arbeidsomstandigheden bij de werkgever zodanig waren dat naar objectieve maatstaven sprake was van een (geestelijke) overbelasting die door toedoen van de werkgever is veroorzaakt, of waarvan deze begreep of had moeten begrijpen dat het werk voor haar te zwaar of onmogelijk was geworden.
Kortom, de vorderingen van de werkneemster werden allemaal afgewezen.
Juridisch advies nodig?
Kom in contact met een van onze arbeidsrecht advocaten of mediators.
Conclusie
Deze uitspraak illustreert dat werknemers een hoge mate van eigen verantwoordelijkheid hebben bij het indelen van de eigen werkzaamheden ter voorkoming van overwerk. Zij moeten daarnaast tijdig aan de bel trekken bij het ontstaan van gezondheidsklachten die gerelateerd kunnen zijn aan werk of overwerk. Desalniettemin adviseren wij alert te zijn op werknemers die te allen tijde beschikbaar zijn, zonder dat dit van hen wordt gevraagd of verwacht. Dit ter voorkoming van gezondheidsklachten en discussies achteraf.